|
Toverhazelaar, bloeit begin januari, liefst bij vrieskou |
De witte morgen ontwaakt.
Koude vlokken zweven geruisloos, zo zacht.
Het landschap is nauwelijks herkenbaar.
Weg is de regen en strakke wind.
Ik zie silhouetten van spokende bomen, verankerd in het park.
Op een kleine kreek wacht een witte zwaan,
bewust en plechtig, op zijn ontbijt.
Niets ontgaat hem.
Een handvol graan ligt nog in de voederbak.
De merel heeft het niet zo goed.
Hij wacht geduldig op een gulle hand die hem wat kruimels toewerpt.
Van de koude houdt hij niet en zonder water heeft hij geen enkele kans.
De pimpelmees danst zenuwachtig van tak tot tak.
Zijn eetlust is nooit verstoord, hij neemt, vliegt en haast zich weg.
Hij blijft nooit lang, zijn voedsel is schaars.
Toch ontgaat hem niets, een stukje spek wordt genadeloos bepikt.
't Is winter en de vogels weten het.
De natuur daagt je niet uit.
Met wat geduld komt alles goed.
Als die kleine vogel zijn verentooi gebruikt als schild,
en de koude wind zijn gestroomlijnd lichaam omklemt, voelt hij nauwelijks het barre weer.
Hij geniet nog van een stukje brood in zijn kleine snavel.
We helpen die deugnieten.
Zijn het niet onze vrienden, die beweging brengen en leven in deze sombere wintertijd?
Rood is de kim en de zon staat ijskoud.
De horizon lacht en houdt het landschap in zijn macht.
Het voorspelt niets goeds.
De koude is meester en doet de natuur krimpen en de sneeuw dwarrelt ongenadig,
de dageraad tegemoet.
Slaat hier iemand de maat van het leven, van de nieuwe dag?
Wie is hier de baas?
De stilte en de krachtige pracht van ondergesneeuwde taferelen, wijst ons de weg.
Geruisloos, zo stil, gaat de tijd de koude voorbij.
De mens knielt en buigt voor deze onzichtbare kracht, die ons wijst naar grenzeloze besneeuwde vlakten.
Zo klein zijn we, de natuur zo groot.
Laat ons dankbaar zijn.
Op natuurlijke wijze wordt een evenwicht gezocht.
Laten we aan deze bovennatuurlijke kracht een voorbeeld nemen en een tevreden moment beleven.
We kunnen op aarde zoveel leren, zoveel ondervinden.
Geniet van elk moment, en maak van iedere dag een bijzondere dag.
Als de toverhazelaar bloeit, moeten we niet bang zijn voor de dag van morgen.
De bloemetjes zijn een wijzer, een voorbode van de nieuwe lente...
- Walter Stroef